Jaap van Peperstraten

In de komende decennia vindt een energietransitie plaats om de klimaatverandering te beperken. In het coalitieakkoord van december 2021 heeft de Nederlandse overheid op basis van het Europese “Fit for 55” de CO2-reductiedoelstelling verhoogd van 49% naar 55%. Een enorme uitdaging. Dit artikel behandelt twee belangrijke aspecten die bijdragen aan het reduceren van de CO2-uitstoot en toont een stappenplan hoe dit in een oppervlaktebehandelend bedrijf gerealiseerd kan worden. 

De aspecten die bijdragen aan het reduceren van de CO2-uitstoot zijn:
• Energiebesparing verbreedt zich naar CO2-reductie in scope 1, 2, en 3-maatregelen 
• Een langetermijnvisie op CO2-reductie en energiebesparing laat zien dat meer mogelijk is dan we nu denken, als we maar anticiperen en sturen op verandering en innovatie.

De energietransitie vindt plaats door CO2-reducerende maatregelen te nemen, de juiste keuzes te maken op natuurlijke momenten en het toepassen van innovaties. In de Europese Klimaatwet zijn doelen vastgelegd voor een klimaatneutrale EU in 2050 en een vermindering van broeikasgasemissie met 55 procent in 2030 ten opzichte van 1990. Deze doelen moeten worden verwezenlijkt enerzijds door energiebesparing en anderzijds door vergroening van de opwekking van elektriciteit en warmte, resulterend in CO2-reductie. 

eemshaven.jpg

OP WEG NAAR CO2-REDUCTIE
De koolstofemissies (CO2) worden voor een groot deel veroorzaakt door het gebruik van fossiele brandstoffen. Bedrijven zetten momenteel volop in om hun CO2-emissies te reduceren. Je kunt zeggen dat de focus op energiebesparing verbreedt naar CO2-reductie. Wat houden die CO2-emissies in? Volgens het toonaangevende GHG Protocol (Green house Gas) worden de broeikasgasemissies van een bedrijf ingedeeld in drie scopes:

Scope 1-emissies
Dit zijn directe emissies van middelen die eigendom zijn van en gecontroleerd worden door het bedrijf. Met andere woorden: emissies komen in de atmosfeer als direct gevolg van activiteiten op bedrijfsniveau (zoals ovens, stoomketels, branders, oplosmiddelen, procesemissies, voertuigmotoren).

Scope 2: indirecte emissies
Scope 2-emissies zijn indirecte emissies die ontstaan door de opwekking van bijvoorbeeld elektriciteit, warmte en koeling in installaties die niet tot de eigen onderneming behoren, doch die door de organisatie worden ingekocht en gebruikt. Voor de meeste bedrijven en organisaties zal elektriciteit de enige bron van scope 2-emissies zijn.

Scope 3: indirecte emissies
Scope 3-emissies zijn alle indirecte emissies die niet opgenomen zijn in scope 2, maar plaatsvinden in de waardeketen van een bedrijf. Deze zijn te onderscheiden in stroomopwaartse emissies (bijvoorbeeld gebouwen, aankoop machines, technologie, voertuigen) en in stroomafwaartse emissies (bijvoorbeeld bij distributie, in de gebruiksfase), gekoppeld aan de bedrijfsactiviteiten. De meeste bedrijven leggen bij hun CO2-reductieplannen de focus op scope 1 en 2-maatregelen.

Vaak zijn dit “vertalingen” van de energiebesparingen naar CO2-reductie. Scope 3 voelt voor velen nog als buiten de invloedsfeer en lastig te beheersen en te kwantificeren. Echter: er zijn al veel initiatieven op dit vlak. Zo ziet de chemische sector in Nederland het recyclen van koolstofcomponenten als een belangrijke CO2-reductiemaatregel. Voor de oppervlaktebehandelende industrie kun je stellen dat zij positief bijdraagt aan scope 3 via de verduurzaming van materialen door corrosievorming tegen te gaan. Een bekend instrument is de CO2-Prestatieladder die bedrijven en overheden helpt bij het inzichtelijk maken en het reduceren van CO2 en kosten.

CO2-REDUCTIEOPTIES
De kunst is om in een bestaande locatie het productieproces geleidelijk om te bouwen met nieuwe CO2-reducerende technieken die bruikbaar zijn in de branche oppervlaktetechnieken. Vaak zijn dit vergelijkbare processen als in de huidige situatie, maar slimmer op elkaar afgestemd, met minder verliezen, met sensoren die het proces exact naar behoefte regelen (Advanced process control, Smart Industry) en elektrificatie. Als we dan de focus op aardgasreductie (scope 1) leggen, zijn de voorbeelden:

• Hybride uitvoering van droogovens en moffelovens, deels elektrische, deels gas uitgevoerd
• Goede isolatie van de ovens
• Restwarmtegebruik zodat aardgasverwarming voor halverwarming en gebouwen wordt geëlimineerd
• Naverbranders vervangen door gaswassers, of de restwarmte ervan volledig gebruiken
• Compartimenteren: alleen die secties verwarmen die functioneel zijn, de rest niet
• Klanten goed opleiden om “onder”-en “over”-specificatie van coatings te voorkomen
• Overleg met leveranciers over welke oppervlaktebehandelingstechnieken minder CO2-belastend zijn.

Ook elektriciteitsbesparing blijft nog steeds mogelijk (scope 2, is ook gasbesparend op basis van de huidige wijze van elektriciteitsopwekking). Denk aan optimaal geregelde afzuiging en ventilatie,
led-verlichting in hallen, persluchtcompressoren vervangen door oplossingen met stappenmotoren om werkstukken in positie te brengen in plaats van persluchtcilinders te gebruiken, elektrisch intern transport, eigen opwekking met PV (zonnestroom).

HET CO2 OF ENERGIETRANSITIEPLAN
Bij energiebesparende maatregelen denken we vaak aan de erkende maatregellijsten uit de Informatieplicht energiebesparing. Het kiezen van de juiste maatregelen met impact op de CO2-emissie in het vier-jaren-stramien van het Activiteitenbesluit milieubeheer of de Europese Energie Efficiëntie Richtlijn (EED) is niet eenvoudig. Vroegtijdige vervanging om energieredenen is vaak niet aantrekkelijk. En hier zit nu juist het voordeel van het opstellen van een transitieplan tot CO2-neutraal produceren in 2050.

Het transitieplan biedt meer vrijheid om oplossingen te bedenken en in te spelen op de natuurlijke vervangingsmomenten en innovaties van installaties, gebouwen en productieapparatuur. Er is dan sprake van meerkosten ten opzichte van een “standaard” investering. Bij deze vraagstukken wordt niet uitsluitend naar energiekosten en energiebesparingen gekeken, maar wordt naar CO2-reductie in combinatie met andere voordelen voor een bedrijf gezocht. Denk aan hogere productiecapaciteit per apparaat, betere productkwaliteit, logistieke voordelen, verdergaande automatisering, reductie van grondstoffenverbruik, arbo-veiligheid, waarde voor eigenaren en aandeelhouders, enzovoort.

Traditioneel komt de meeste CO2-reductie voort uit maatregelen voor utilities en de inkoop van hernieuwbare energie. Om CO2-reducties te realiseren van 50 tot 90 procent zijn echter ook maatregelen vanuit de kern van de processen nodig. De verduurzamingsopties van toekomstige CO2-reducerende alternatieven zijn daarmee te vinden op de drie keuzevelden (KWA Triple Choices model):

1. De proces unit operations; CO2-reductie in de productieprocessen (ovenproces, keuze ander type oppervlaktebehandelingsproces, temperatuurniveau, elektrisch in plaats van warmte)
2. De energieconversiesystemen; CO2-reductie in de utilities (zoals de stoomketel, koeling, perslucht)
3. De energiebronnen; CO2-reductie door de inzet van andere energiebronnen (CO2-arme of CO2-vrije energiebronnen, hernieuwbare energie).

ROUTEKAART

Figuur 1 Routekaart_0.JPG

Uiteindelijk leidt het uitwerken van de CO2-reductieopties tot een lijst van projecten die wordt gepland zoals in figuur 1 staat als voorbeeld. Zo ontstaat een routekaart op een tijdslijn naar 2030
en verder (figuur 2). Om de innovaties en grote veranderingen te implementeren, is een goede voorbereiding nodig. Vandaar dat de voorbereiding expliciet is meegenomen in deze routekaart. Per maatregel of project wordt CO2-reductie voor scope 1 en 2 berekend. Zo ontstaat een CO2-reductielijn die het uiteindelijke transitiepad naar CO2-neutraliteit inzichtelijk maakt.

Het KWA Triple C-model is als tool met handleiding op te vragen bij uw contactpersoon van KWA Bedrijfsadviseurs. Het transitieplan vraagt een lange termijnaanpak waar iedereen in het bedrijf zich aan conformeert en staat daarmee als een soort paraplu boven de organisatie. Borgen ervan kan in een ISO-systematiek ofwel het Energiemanagementsysteem ISO 50001. Realiseer je dat de energietransitie geen keuze is, maar de manier waarop je deze vormgeeft wel. Faseer, start met wat ertoe doet en breidt dit uit. Gun jezelf haalbare doelen en vier het behalen ervan. Zo wordt het nog leuk ook.

Figuur 2 Planningstool.JPG

Fons Pennartz, Senior-adviseur Energie en Procestechniek
KWA Bedrijfsadviseurs

Meer informatie
www.lokogalvano.nl
www.kwa.nl
www.co2-prestatieladder.nl/nl (Maatregellijst 2022)